Frank Agsteribbe
Elegiae (2003)
(Gent, 1968)
Vorwort
Frank Agsteribbe ist ein vielseitiger Musiker, der sich als Cembalist, Dirigent, Komponist und Musiktheoretiker betätigt. Nach seiner Orgelausbildung am Königlichen Flämischen Konservatorium Antwerpen studierte er Cembalo bei Jos Van Immerseel, Gustav Leonhardt, Davitt Moroney und Luigi Ferdinando Tagliavini. Er spielt mit herausragenden Barockorchestern (Il Fondamento, Huelgas Ensemble, Anima Eterna, La Petite Bande, Collegium Vocale), gibt Konzerte in europäischen Ländern, Mexico und China und wirkt häufig mit bei Rundfunk- und CD-Aufnahmen. Er ist Mitgründer und ständiger Cembalist des Barockorchesters B’Rock, das sein erstes Konzert im September 2005 gab und seither äusserst erfolgreiche Tourneen in Belgien, Deutschland und Holland absolvierte.
Seit einigen Jahren widmet er sich dem Dirigieren, wofür er sich bei David Angus (England), Diego Masson (Paris, Dartington), Lucas Vis (Holland) und Richard Armstrong (Scottish Opera) ausbilden ließ. Bisher dirigierte er schon ein vielgestaltiges Repertoire, das von La Dafne (1608) von Marco da Gagliano über Symphonien von Beethoven und Brahms bis zu Werken von John Cage und Frank Nuyts reicht.
Komposition studierte Frank Agsteribbe bei Frederic Rzewski. Seine intensive Beschäftigung mit Alter Musik beeinflusst seinen Stil wesentlich, wie aus Titeln wie Haydn-Variationen (1991), Tallis-Variationen (1992), Susanna (nach Lassus, 1994), Partita per Violoncello solo (2002), Nacht mit BACH (2003) oder Piamozartet (2006) hervorgeht. Über vierzig seiner Kompositionen wurden vom Rundfunk oder auf CD aufgenommen. Seit einigen Jahren wird er auch mehr und mehr außerhalb Belgiens aufgeführt bei wichtigen Konzerten in Brasilien, Berlin (Konzerthaus und Deutsche Oper) und beim Gaudeamus Festival in Amsterdam. Seit 1989 ist Frank Agsteribbe Dozent für Analyse am Königlich Flämischen Konservatorium Antwerpen.
Das Orchesterwerk Elegiae schrieb im Auftrag des Flämischen Rundfunkorchesters. Die Uraufführung fand am 1. Oktober 2003 unter der Leitung von Bjarte Engeset statt, danach wurde das Werk noch in verschiedenen Städten Flanderns gespielt.
Der Titel Elegiae (Elegien) ist bezeichnend für die Grundidee: Trauergesänge. Hierzu wurde der Komponist angeregt durch einen Besuch der Katakomben in Rom einerseits, ein kleines Stück von Dietrich Buxtehude andererseits, nämlich die Arie Muss der Tod denn nun doch trennen, eine verinnerlichte Elegie. Einige Bruchstücke dieser Arie werden am Ende der Elegiae wörtlich zitiert. Außerdem wird auch eine für Streicher spezifische Schreibweise von Anfang an übernommen, das so genannte ‚Bogenvibrato’, in der Barockzeit ein typischer Ausdruck der Wehmut.
Elegiae hat drei musikalische Themen: ein Signalthema (das hauptsächlich von den Trompeten gespielt wird), ein Choralthema und eine eher ‚abstrakte’ Melodie. Sie wird bei der Eröffnung des Werkes von verschiedenen Holzbläsern ausgeführt, die dieses Thema untereinander durchgeben.
Die ganze Komposition ist als eine einzige, mächtige Steigerung aufgefasst. Nach der ohrenbetäubenden Explosion der Emotionen folgt zum Schluss das Buxtehude-Zitat, in sich gekehrt, aber hier und da kommentiert von dem Signalmotiv und einer Reminiszenz an das Choralthema.
Frank Agsteribbe / Jan Dewilde
(Übersetzung Michael Scheck)
Aufführungsmaterial: http://users.telenet.be/frankagsteribbe Diese Partitur wurde herausgegeben in Zusammen-arbeit mit dem Studienzentrum für Flämische Musik (Studiecentrum voor Vlaamse Muziek) (www.svm.be).
|
Frank Agsteribbe
(Gent, 1968)Elegiae (2003)
Preface
Frank Agsteribbe is a talented musician who plays the clarinet, a composer and music theoretician. After his organ studies at the Royal Flemish Conservatory of Music in Antwerp, he studied harpsichord with Jos Van Immerseel, and he completed his studies with Gustav Leonhardt, Davitt Moroney and Luigi Ferdinando Tagliavini.
He plays with prominent baroque orchestras (Il Fondamento, Huelgas Ensemble, Anima Eterna, La Petite Bande, Collegium Vocale), performs in different European countries, Mexico and China, and often collaborates in radio and CD recordings.
He is the co-founder and harpsichordist of the baroque orchestra B’Rock, which performed for the first time in September 2005 and has enjoyed great success in Belgium, the Netherlands and Germany ever since. He has also been concentrating on orchestral conducting for quite some years now. He has studied with David Angus (United Kingdom), Diego Masson (Paris, Dartington), Lucas Vis (the Netherlands) and Richard Armstrong (Scottish Opera) and has since conducted a very diverse repertory, including La Dafne (1608) by Marco da Gagliano, symphonies by Beethoven and Brahms and pieces by John Cage and Frank Nuyts.
Agsterribe studied composition with Frederic Rzewski. His direct contact with old music defines his style of composing, which can be deducted from titles such as: Haydn-variaties (Haydn Variations) (1991), Tallis-variations (1992), Susanna (after Lassus; 1994), Partita per violoncello solo (2002), Nacht mit BACH (2003) of Piamozartet (2006).
More than forty of his compositions were recorded for radio broadcasts or CD’s. These last few years, his work is also being performed outside of Belgium, with important concerts in Brazil, Berlin (Konzerthaus en Deutsche Opera) and at the Gaudeamus Festival in Amsterdam. Since 1989, Agsteribbe has been teaching analysis at the Royal Flemish Conservatory of Music in Antwerp.
He was asked to compose the orchestral work Elegiae, by the Flemish Radio Orchestra; they performed the work for the first time on 1 October 2003, conducted by Bjarte Engeset, and went on to perform it in many different Flemish cities.
The title Elegiae alludes to the general starting point of the composition: elegies. The composer was inspired by a visit to the catacombs in Rome on the one hand, and a short piece of music by Dietrich Buxtehude on the other hand by: the aria Muss der Tod denn nun doch trennen, a modest lamentation.
A few fragments from this aria are quoted literally at the end of the Elegiae. The specific style of writing for strings (the so-called ‘bow vibrato’, very typical for the baroque expression of melancholy) has also been adopted from the beginning of the piece.
Elegiae has three main themes: a signalling theme (usually played by the trumpets), a choral theme and a more ‘abstract’ melody (can be heard at the start; several woodwind players are passing on the theme to one another)
The work has been composed as one large climax: the deafening outburst of emotions is followed by the quote of Buxtehude: modest, every now and then commented on by the signalling motive and a reminder of the choral theme.
Frank Agsteribbe / Jan Dewilde (translation: Marjan Schrooten)
For the orchestral material, please go to http://users.telenet.be/frankagsteribbe This score was published in cooperation with the Centre for the Study of Flemish Music (Studiecentrum voor Vlaamse Muziek www.svm.be)..
|
Frank Agsteribbe
(Gent, 1968)Elegiae (2003)
Voorwoord
Frank Agsteribbe is een veelzijdig musicus die actief is als klavecinist, dirigent, componist en muziektheoreticus. Na zijn orgelstudies aan het Koninklijk Vlaams Conservatorium van Antwerpen studeerde hij klavecimbel bij Jos Van Immerseel, waarna hij zich verder vervolmaakte bij Gustav Leonhardt, Davitt Moroney en Luigi Ferdinando Tagliavini. Hij concerteert met vooraanstaande barokorkesten (Il Fondamento, Huelgas Ensemble, Anima Eterna, La Petite Bande, Collegium Vocale), geeft concerten in verschillende Europese landen, Mexico en China en verleent geregeld zijn medewerking aan radio- en CD-opnames. Hij is mede-oprichter en vast klavecinist van het barokorkest B’Rock, dat in september 2005 zijn eerste concert gaf en sindsdien een opvallend succesrijk parcours heeft afgelegd in België, Nederland en Duitsland.
Sinds enkele jaren legt hij zich ook toe op orkestdirectie. Hij ging in de leer bij David Angus (Engeland), Diego Masson (Parijs, Dartington), Lucas Vis (Nederland) en Richard Armstrong (Scottish Opera) en sindsdien dirigeerde hij een zeer divers repertoire, van La Dafne (1608) van Marco da Gagliano over symfonieën van Beethoven en Brahms tot werk van John Cage en Frank Nuyts.
Compositie studeerde Agsteribbe bij Frederic Rzewski. Daarnaast is zijn rechtstreekse en veelvuldige omgang met oude muziek sterk bepalend voor zijn componeerstijl, zoals volgende titels getuigen: Haydn-variaties (1991), Tallis-variations (1992), Susanna (naar Lassus; 1994), Partita per violoncello solo (2002), Nacht mit BACH (2003) of Piamozartet (2006). Meer dan veertig van zijn composities werden voor radio-uitzending of CD opgenomen. Sinds enkele jaren worden zijn werken ook steeds meer buiten België uitgevoerd, met belangrijke concerten in Brazilië, Berlijn (Konzerthaus en Deutsche Oper) en het Gaudeamus Festival in Amsterdam. Sinds 1989 is Agsteribbe docent analyse aan het Koninklijk Vlaams Conservatorium Antwerpen.
Het orkestwerk Elegiae componeerde hij op vraag van het Vlaams Radio Orkest dat het werk op 1 oktober 2003 onder leiding van Bjarte Engeset creëerde en het daarna in verschillende Vlaamse steden uitvoerde.
De titel Elegiae (‘elegieën’) duidt op het algemene uitgangspunt van de compositie: treurzangen. De componist is enerzijds geïnspireerd geraakt door een bezoek aan de catacomben in Rome, anderzijds door een kort werkje van Dietrich Buxtehude, namelijk de aria Muss der Tod denn nun doch trennen, een ingetogen elegie. Enkele fragmenten uit deze aria worden op het einde van de Elegiae letterlijk geciteerd. Daarnaast werd ook de specifieke schrijfwijze voor de strijkers (het zogenaamde ‘boogvibrato’, een typisch barokke uitdrukking van weemoed) vanaf het begin van het werk overgenomen.
Elegiae kent drie thema’s: een signaalthema (meestal gespeeld door de trompetten), een koraalthema en een meer ‘abstracte’ melodie (in het begin van het werk te horen door verschillende houtblazers die het thema aan elkaar doorgeven). Het werk is opgebouwd als één grote climax; na de oorverdovende uitbarsting van emoties komt het citaat van Buxtehude: ingetogen, hier en daar becommentarieerd door het signaalmotief en een herinnering aan het koraalthema.
Frank Agsteribbe / Jan Dewilde
Voor het orkestmateriaal, consulteer: http://users.telenet.be/frankagsteribbe. Deze partituur werd gepubliceerd in samenwerking met het Studiecentrum voor Vlaamse Muziek (www.svm.be)
————————————————————
Frank Agsteribbe
(Gent, 1968)
Elegiae (2003)
Préface
Frank Agsteribbe est un musicien doué qui est actif comme claveciniste, chef d’orchestre, compositeur et théoricien de la musique. Après ses études d’orgues au Conservatoire Royal Flamand d’Anvers, il étudie le clavecin chez Jos Van Immerseel, et se perfectionne chez Gustav Leonhardt, Davitt Moroney et Luigi Ferdinando Tagliavini. Il joue avec des orchestres baroques éminents (Il Fondamento, Huelgas Ensemble, Anima Eterna, La Petite Bande, Collegium Vocale), donne des concerts dans différents pays européens, au Mexique et en Chine et apporte regulièrement sa collaboration à des émissions pour la radio et la télévision. Il est co-fondateur et le claveciniste permanent de l’orchestre baroque B’Rock, qui donna son premier concert en septembre 2005 et a connu dès lors un parcours couronné de succès en Belgique, aux Pays-Bas et en Allemagne.
Depuis quelques années il se consacre aussi à la direction d’orchestre. Il suivit les cours de David Angus (Angleterre), Diego Masson (Paris, Dartington), Lucas Vis (Pays-Bas) et Richard Armstrong (Scottish Opera), et depuis lors a dirigé un répertoire très divers, de La Dafne (1608) de Marco da Gagliano aux symphonies de Beethoven et Brahms ainsi que des œuvres de John Cage et Frank Nuyts.
Agsteribbe a étudié la composition auprès de Frederic Rzewski. Mais sa relation directe avec la musique ancienne est aussi très déterminante, comme en témoignent les titres: Haydn-variaties (1991), Tallis-variations (1992), Susanna (d’après Lassus; 1994), Partita per violoncello solo (2002), Nacht mit BACH (2003) ou Piamozartet (2006). Plus de quarante de ses compositions ont été enregistrées pour des émissions de radio ou des disques. Depuis quelques années, son œuvre est aussi interprété de plus en plus en dehors de la Belgique, avec des concerts importants au Brésil, à Berlin (Konzerthaus et Deutsche Oper) et au festival Gaudéamus à Amsterdam. Depuis 1989, Agsteribbe est professeur d’analyse au Conservatoire Royal Flamand d’Anvers.
Il composa Elegiae à la demande de l’Orchestre de la Radio Flamande qui exécuta l’œuvre le premier octobre 2003 sous la direction de Bjarte Engeset et l’interpréta ensuite dans de nombreuses villes flamandes.
Le titre Elegiae (‘élégies’) indique le point de départ de la composition: les chants funèbres. D’une part le compositeur a été inspiré par une visite aux catacombes de Rome, et d’autre part par un petit ouvrage de Dietrich Buxtehude, l’aria Muss der Tod denn nun doch trennen, une élégie réservée. Quelques fragments de cet aria sont cités littéralement à la fin d’Elegiae. Il a adopté aussi le style d’écriture spécifique pour les cordes (ce qu’on appelle une ‘vibrato de l’archet’, une expression nostalgique typiquement baroque) dès le début de l’œuvre.
Elegiae connaît trois motifs: un motif signal (dans la plupart des cas interpreté par des trompettes), un motif choral et une mélodie plus ‘abstraite’ (au commencement exécutée par différents bois). L’œuvre est construite comme un grand climax, après l’éclat étourdissant d’émotions arrive la citation de Buxtehude: réservée, ici et là commentée par le motif signal et des réminiscences au motif choral.
Frank Agsteribbe / Jan Dewilde, 2006
(traduction: Els De Keyzer)
Pour le matériel d’orchestre, veuillez consulter http://users.telenet.be/frankagsteribbe. Cette partition a été publiée en collaboration avec le Studiecentrum voor Vlaamse Muziek (www.svm.be).
|
