Drymans, Christoffel

Christoffel Drymans

Lamentatio prima in coena Domini
(Eerste lamentatie van Witte Donderdag)

(Leuven, 1738 – Lier, 1797)

Christoffel Drymans studeerde aan de Leuvense universiteit, was priester en werd op 3 juni 1763 benoemd tot zangmeester. Tijdens zijn ambtstermijn in Lier (1763-1797) bracht hij de muziekkapel van de Sint-Gummaruskerk tot hoge bloei; de muziekbibliotheek werd gevoelig uitgebreid met nieuwe werken van binnen- en buitenlandse componisten. In het kerkarchief zijn maar zes van zijn composities aanwezig, waaronder Tria sunt, een gezang voor het dodenofficie (1780), het motet Dixit Dominus (1786) en het omvangrijke Opusculum musicum novem lamentationum, een bundel met gezangen op teksten van de oudtestamentische profeet Jeremias, bestemd voor het Triduum sacrum (Witte Donderdag, Goede Vrijdag en Stille Zaterdag).

De Lamentatio prima in coena Domini (Eerste lamentatie van Witte Donderdag) heeft een ingetogen karakter. De verzen zijn aangeduid met een letter uit het Hebreeuwse alfabet: Aleph + Beth (tutti), Daleth (trio), He (duo), de slotzin Jerusalem, convertere ad Dominum Deum tuum (tutti).

De naam van Drymans blijft onafscheidelijk verbonden met de geschiedenis van Lier. Hij was een gepassioneerd geschiedschrijver, die tal van wetenswaardigheden over de Netestad heeft verzameld en gebundeld. Ze worden in het kerkarchief bewaard.

Gilbert Huybens

Dit werk werd voor het eerst opgenomen door Euterpe Baroque Consort & Utopia – Bart Rodyns, Phaedra – ‘In Flanders’ Fields’, volume 93 (www.phaedracd.com).
Deze partituur werd uitgegeven in samenwerking met het Studiecentrum voor Vlaamse Muziek vzw (www.svm.be) en Labo XIX&XX, een onderzoeksgroep van de bibliotheek van het Koninklijk Conservatorium Antwerpen, met steun van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, Festival van Vlaanderen – Mechelen/Kempen, en Erfgoedcel Kempens Karakter. Bart Rodyns en Wim Brabants realiseerden deze partituur op basis van het autografisch handschrift, dat wordt bewaard in het archief van de Sint-Gummaruskerk in Lier.

 

Christoffel Drymans

Lamentatio prima in coena Domini
(Erste Lamentation für Gründonnerstag)

(Löwen, 1738 – Lier, 1797)

Christoffel Drymans studierte an der Universität von Löwen und wurde zum Priester geweiht. Am 3. Juni 1763 ernannte man ihn zum Kapellmeiser. Während seiner Amtszeit in Lier (1763-1797) entwickelte er das Musikensemble zu hoher Blüte, auch wurde die Musikbibliothek durch neue Werke in- und ausländischer Komponisten ansehnlich bereichert. Im Kirchenarchiv befinden sich nur sechs seiner eigenen Kompositionen, darunter Tria sunt, ein Gesang für das Totenoffizium (1780), die Motette Dixit Dominus (1786) und das umfangreiche Opusculum musicum novem lamentationum, ein Band mit Gesängen auf Texte des Propheten Jeremias aus dem Alten Testament für das Triduum sacrum (Gründonnerstag, Karfreitag und Karsamstag).

Die Erste Lamentation für Gründonnerstag ist durch eine zurückhaltende Stimmung charakterisiert. Die Verse werden jeweils mit einem Buchstaben des hebräischen Alphabets eingeleitet: Aleph + Beth (Tutti), Daleth (Trio), He (Duett), der letzte Satz Jerusalem, convertere ad Dominum Deum tuum (Tutti).

Drymans‘ Name bleibt unzertrennlich mit der Geschichte von Lier verbunden. Er war ein passionierter Historiker, der sehr viel Wissenswertes über die Stadt an der Nete gesammelt und niedergeschrieben hat. Auch dieses Vermächtnis wird im Kirchenarchiv aufbewahrt.
Gilbert Huybens
(Übersetzung: Michael Scheck)

Weltersteinspielung durch das Euterpe Baroque Consort & Utopia – Bart Rodyns, Phaedra – ‘In Flanders’ Fields’, volume 93 (www.phaedracd.com.)
Diese Partitur wurde in Zusammenarbeit mit dem Studienzentrum für flämische Musik (www.svm.be) und Labo XIX&XX, einem Forschungszentrum der Bibliothek des Königlichen Konservatoriums Antwerpen herausgegeben, mit Unterstützung des Ministeriums der Flämischen Gemeinschaft, Festival van Vlaanderen – Mechelen/Kempen, und Erfgoedcel Kempens Karakter. Bart Rodyns und Wim Brabants erstellten die Partitur anhand des Autographs, dass in den Archiven der St. Gummaruskirche in Lier aufbewahrt wird.

 

Christoffel Drymans
(Leuven, 1738 – Lier, 1797)

Lamentatio prima in coena Domini
(First lamentation of Holy Thursday)

Christoffel Drymans studied at Leuven university and was ordained as a priest. On 3 June 1763, he was appointed chapel master. During his tenure in Lier (1763-1797), the music academy of the St Gummarus Church flourished and the music library collection expanded considerably with new works by local and international composers. Of Drymans himself, only six compositions are still held in the church’s archives, including Tria sunt, an anthem for the Office of the Dead (1780), the motet Dixit Dominus (1786) and the extensive Opusculum musicum novem lamentationum, a collection of works to texts of the Old Testament prophet Jeremiah for the Paschal Triduum (Holy Thursday, Good Friday and Holy Saturday).

The first lamentation of Holy Thursday has a subdued character. Its verses are marked with a letter from the Hebrew alphabet: Aleph + Beth (tutti), Daleth (trio), He (duo), the final phrase Jerusalem, convertere ad Dominum Deum tuum (tutti).

The name Drymans remains inextricably connected to the history of Lier. He was a passionate historian, who collected and compiled many interesting facts about Lier, ‘the city on the Nete’. They are kept in the church’s archives.

Gilbert Huybens
(translation: Isobel Mackie)

World premiere recording by Euterpe Baroque Consort & Utopia – Bart Rodyns, Phaedra – ‘In Flanders’ Fields’, volume 93 (www.phaedracd.com).
This score was published in collaboration with the Study Centre for Flemish Music (www.svm.be) and Labo XIX&XX, a research group of the library of the Royal Conservatoire of Antwerp, with the support of the Ministry of the Flemish Community, Festival van Vlaanderen – Mechelen/Kempen, and Erfgoedcel Kempens Karakter. Bart Rodyns and Wim Brabants created this score based on the autographic copy, which is housed in the archive of the St Gummarus Church in Lier.