Jef Van Hoof - Introduction for brass
(Antwerp, 8 May, 1886 – Antwerp, 24 April, 1959)
(1952?)
In 1930 composer-conductor Jef Van Hoof founded the Antwerp Brass Ensemble, which consisted of eleven brass players (five trumpeters, five trombonists, one tuba player) and a percussionist. With this ensemble he performed both newly composed works and arrangements, but the ensemble was also a suitable medium to accompany choirs and mass singing at all kinds of open air events.
For brass ensemble Van Hoof wrote such works as Ritmische suite (1923), Zes oproepen op Vlaamse volksliederen (1930), Sinfonietta (1932) (Repertoire Explorer. The Flemish Music Collection, nr. 522) and Oproep I-IV (ca. 1955). In addition he also composed liturgical works with accompaniment of brass ensemble, such as his Missa de Deo (1936) for choir, brass ensemble and percussion (nicknamed the Copper Mass) and a Te Deum (1949) for the same ensembles.
Van Hoof’s Antwerp Brass Ensemble was popular and was immortalised by visual artists such as Alfred Ost (1884-1945) and Stef Vanstiphout (1931-1995). The caricatural representation by Vanstiphout was printed at the front of this score.
The genesis of this Introduction for brass is not entirely clear. Van Hoof probably wrote this work as an overture for the mass play Kruis en Ploeg (Cross and Plough) that was performed in 1952 on the occasion of the twenty-fifth anniversary of the Boeren- en Boerinnenjeugdbond (Union of Peasant Youth). This organisation (now known as Katholieke Landelijke Jeugd (Catholic Rural Youth)) was a subdivision of the Belgische Boerenbond (Belgian Farmers’ Union) and was engaged in socio-cultural training and creative leisure activities among young people in the agricultural sector.
The text for Kruis en ploeg was written by playwright and stage director Anton Van de Velde (1895-1983), who also directed it. The mass play was performed in various places in Flanders between 22 June and 20 July 1952.
In addition to – more than likely – this introduction, Van Hoof also wrote some pieces for brass ensemble for this mass play, including two marches. But only this Introduction for brass was published by de Crans publishers in 1970; the autographic manuscript is kept in the Letterenhuis in Antwerp (nr. 98.358).
The songs that were sung during the mass play were written by Flor Peeters, Hendrik Thyssen, August De Boeck, Arthur Verhoeven, Ignace De Sutter, Jules Vyverman and Paul François.
Jan Dewilde
(translation: Jasmien Dewilde)
Bibliography:
- Luc Leytens, Thematische catalogus van de werken van Jef Van Hoof, Brussels, Paleis der Academiën, 1994, pp. 367-373.
- Mark Liebrecht, Met Jef Van Hoof onder één hoed, Merksem, Westland, 1965.
This score was published in collaboration with the Study Centre for Flemish Music (www.svm.be) and is a reprint of a copy from the library of the Antwerp Royal Conservatoire (KVC 254.829).
Jef Van Hoof - Einleitung für Blechbläser
(Antwerpen, 8. Mai 1886 – Antwerpen, 24. April 1959)
(1952?)
Im Jahr 1930 gründete der Komponist und Dirigent Jef Van Hoof das Antwerpener Blechbläserensemble, das in seiner Standardbesetzung aus elf Blechbläsern (fünf Trompeter, fünf Posaunisten, ein Tuba-Spieler) und einem Schlagzeuger bestand. Mit diesem Ensemble führte er sowohl neu komponierte Werke als auch Bearbeitungen auf. Das Ensemble war aber auch ein geeignetes Medium, um Chöre und Massengesänge bei Open-Air-Veranstaltungen aller Art zu begleiten.
Für Blechbläserensemble schrieb Van Hoof Werke wie Ritmische suite (1923), Zes oproepen op Vlaamse volksliederen (1930), Sinfonietta (1932) (Repertoire Explorer. The Flemish Music Collection, Nr. 522) und Oproep I-IV (ca. 1955). Daneben komponierte er auch liturgische Werke mit Begleitung eines Blechbläserensembles, wie seine Missa de Deo (1936) für Chor, Blechbläserensemble und Schlagzeug (Spitzname: Koperen mis, was so viel heißt wie Blechbläsermesse) und ein Te Deum (1949) für die gleiche Besetzung.
Van Hoofs Blechbläserensemble war populär und wurde von bildenden Künstlern wie Alfred Ost (1884-1945) und Stef Vanstiphout (1931-1995) verewigt. Die karikaturistische Darstellung von Vanstiphout ist im vorderen Teil dieser Partitur abgedruckt.
Die Geschichte dieser Einleitung für Blechbläser ist nicht ganz klar. Vermutlich schrieb Van Hoof dieses Werk als Ouvertüre für das Massenspiel Kruis en ploeg (Kreuz und Pflug), das 1952 anlässlich des fünfundzwanzigjährigen Bestehens des Bauernjungbundes, eines Jugendverbands für Bauern und Bäuerinnen, aufgeführt wurde. Diese Organisation – heute bekannt als Katholische Landjugend – war eine Unterabteilung des belgischen Bauernbundes und setzte sich für die soziokulturelle Bildung und kreative Freizeitgestaltung von Jugendlichen aus ländlichen Regionen ein.
Den Text für Kruis en ploeg schrieb der Dramatiker und Regisseur Anton Van de Velde (1895-1983), der auch die Regie führte. Das Massenspiel wurde zwischen dem 22. Juni und 20. Juli 1952 an mehreren Orten in Flandern aufgeführt.
Neben (höchstwahrscheinlich) dieser Einleitung schrieb Van Hoof für dieses Massenspiel auch einige andere Stücke für Blechbläserensemble, darunter zwei Märsche. Allerdings wurde nur diese Einleitung für Blechbläser 1970 im Verlag de Crans veröffentlicht; das autographe Manuskript wird im Letterenhuis in Antwerpen aufbewahrt (Nr. 98.358).
Die Lieder, die während des Massenspiels gesungen wurden, stammen von Flor Peeters, Hendrik Thyssen, August De Boeck, Arthur Verhoeven, Ignace De Sutter, Jules Vyverman und Paul François.
Jan Dewilde
(Übersetzung: Eva-Maria Kintzel)
Bibliographie:
- Luc Leytens, Thematische catalogus van de werken van Jef Van Hoof, Brüssel, Paleis des Academies, 1994, S. 367-373.
- Mark Liebrecht, Met Jef Van Hoof onder één hoed, Merksem, Westland, 1965.
Diese Partitur wurde in Zusammenarbeit mit dem Studiecentrum voor Vlaamse Muziek (www.svm.be) veröffentlicht und ist ein Nachdruck eines Exemplars aus der Bibliothek des Königlichen Konservatoriums Antwerpen (KVC 254.829).
------------------ FLEMISH ---------------------
Jef Van Hoof - Inleiding voor koper
(Antwerpen, 8 mei 1886 – Antwerpen, 24 april 1959)
(1952?)
In 1930 richtte componist-dirigent Jef Van Hoof het Antwerps Koperensemble op, dat in zijn standaardbezetting bestond uit elf koperblazers (vijf trompettisten, vijf trombonisten, één tubaist) en een slagwerker. Met dit ensemble voerde hij zowel nieuw gecomponeerde werken als arrangementen uit, maar het ensemble was ook een geschikt medium om op allerlei openluchtevenementen koren en massazang te begeleiden.
Voor koperensemble schreef Van Hoof onder andere Ritmische suite (1923), Zes oproepen op Vlaamse volksliederen (1930), Sinfonietta (1932) (Repertoire Explorer. The Flemish Music Collection, nr. 522) en Oproep I-IV (ca. 1955). Daarnaast componeerde hij ook liturgische werken met begeleiding van koperensemble, zoals zijn Missa de Deo (1936) voor koor, koperensemble en slagwerk (bijgenaamd de Koperen mis) en een Te Deum (1949) voor dezelfde bezetting.
Van Hoofs Koperensemble was populair en werd vereeuwigd door beeldende kunstenaars als Alfred Ost (1884-1945) en Stef Vanstiphout (1931-1995). De karikaturale voorstelling door Vanstiphout werd vooraan in deze partituur afgedrukt.
De ontstaansgeschiedenis van deze Inleiding voor koper is niet helemaal duidelijk. Vermoedelijk schreef Van Hoof dit werk als een ouverture voor het massaspel Kruis en ploeg dat in 1952 werd opgevoerd ter gelegenheid van het vijfentwintig jarig bestaan van de Boeren- en Boerinnenjeugdbond. Deze organisatie (nu: Katholieke Landelijke Jeugd) was een onderafdeling van de Belgische Boerenbond en hield zich bezig met sociaal-cultureel vormingswerk en creatieve vrijetijdsbesteding onder jongeren uit de agrarische sector.
De tekst voor Kruis en ploeg werd geschreven door toneelauteur en -regisseur Anton Van de Velde (1895-1983), die het ook regisseerde. Het massaspel werd tussen 22 juni en 20 juli 1952 op verschillende plaatsen in Vlaanderen uitgevoerd.
Naast (meer dan waarschijnlijk) deze inleiding leverde Van Hoof voor dit massaspel nog enkele stukken voor koperensemble, waaronder twee marsen. Maar alleen deze Inleiding voor koper werd door de uitgeverij de Crans in 1970 uitgegeven; het autografische manuscript wordt bewaard in het Letterenhuis in Antwerpen (nr. 98.358).
De liederen die tijdens het massaspel werden gezongen, waren van de hand van Flor Peeters, Hendrik Thyssen, August De Boeck, Arthur Verhoeven, Ignace De Sutter, Jules Vyverman en Paul François.
Jan Dewilde
Bibliografie:
- Luc Leytens, Thematische catalogus van de werken van Jef Van Hoof, Brussel, Paleis der Academiën, 1994, p. 367-373.
- Mark Liebrecht, Met Jef Van Hoof onder één hoed, Merksem, Westland, 1965.
Deze partituur werd uitgegeven in samenwerking met het Studiecentrum voor Vlaamse Muziek (www.svm.be) en is een herdruk van een exemplaar uit de bibliotheek van het Koninklijk Conservatorium Antwerpen (KVC 254.829)