Jacques-Nicolas Lemmens - Aspiration religieuse/ Religious aspiration (1856)
(Zoerle-Parwijs, 3 January 1823 – Zemst, 30 January 1881)
As a child, Jacques-Nicolas Lemmens was introduced to the world of the organ by his father Jean-Baptiste Lemmens, and later he went on to take lessons in Diest. A couple of months after entering the Brussels Conservatory, at the age of sixteen, to study the piano, he first took over the position of his father in Zoerle-Parwijs, and later that of Joannes Franciscus Van Den Broeck in Diest. In 1841 he resumed his conservatory training, first studying the piano with Jean-Baptiste Michelot and after that the organ with Christian Girschner. He also studied counterpoint, fugue and composition with François-Joseph Fétis. He lived in Breslau for a couple of months on a study grant, were he studied with the famous organ virtuoso and Bach-expert Adolf Hesse. In 1849 Fétis appointed him as organ teacher at the Conservatory of Brussels, a position he would hold until 1868.
Lemmens’s national and international fame as an organ virtuoso, expert and pedagogue kept growing. In addition to his own organ works, he also published his own organ method, as well as collections of German organ music. His method, based on medieval church songs, was distributed in various European countries. He also wrote a theoretical piece on Gregorian chant, that was published after his death. In 1857 Lemmens married the English soprano Helen Sherrington (1834-1906). In 1869 the couple settled in London and built a career together, with Lemmens often accompanying his wife on the piano or harmonium. In 1878 they returned to Belgium, where Lemmens was asked to participate in the founding of a higher institution for church music in Mechelen, which later became the Lemmens Institute in Leuven. He died at the beginning of his third year as director. Shortly before his death he had also founded the Saint Gregory Foundation. He left an important mark on the organ tradition and church music in Belgium.
Lemmens’s oeuvre contains pieces for organ, piano and harmonium as well as songs, masses and around seventy motets. The piano piece Aspiration religieuse, dedicated to the baroness De Man of Lennik, was published in Brussels by Joseph Meynne. It is a short bi-thematic piece of six pages with a meditative atmosphere. It starts off with a solemn chorale melody of eleven bars. The second theme, in a hymn-like style, has the same atmosphere, with a storytelling aspect. This is elaborated on in the development, where some more speed and dynamism is added to the music. The main key of E-flat is continued, except in the modulating development. The reprise first delivers the second theme, evolving into the first chorale theme (this time fourteen bars long) which ends pianissimo, like in silent prayer.
Liselotte Sels
(Translation: Jasmien Dewilde)
Reprint of a copy belonging to the library of the Royal Flemish Conservatoire of Antwerp (KVC 56.682). This score was published in collaboration with the Study Centre for Flemish Music and Labo XIX&XX, a research group within the library of the Royal Conservatoire of Antwerp. This publication is part of the research project ‘“Flemish wings”: unheard piano music on contemporary instruments’.
Jacques-Nicolas Lemmens - Aspiration religieuse / Gläubiges Verlangen (1856)
(Zoerle-Parwijs, 3. Januar 1823 – Zemst, 30. Januar 1881)
Jacques-Nicolas Lemmens wurde von seinem Vater schon als Kind in die Welt der Orgel eingeführt. Später bekam er Unterricht in Diest. Als Sechzehnjähriger begann er am Brüsseler Konservatorium ein Klavierstudium. Nach einigen Monaten übernahm er jedoch erst die Stelle seines Vaters in Zoerle-Parwijs, danach die des Joannes-Franciscus Van Den Broeck in Diest. Erst 1841 nahm er seine Ausbildung am Konservatorium wieder auf, Klavier bei Jean-Baptiste Michelot, anschließend Orgel bei Christian Girschner. Bei François-Joseph Fétis belegte er die Fächer Kontrapunkt, Fuge und Komposition. Mit einem Stipendium begab er sich für einige Monate nach Breslau, um Unterricht bei dem berühmten Orgelvirtuosen und Bachkenner Adolf Hesse zu nehmen. Fétis ernannte ihn 1849 zum Dozenten für Orgel am Brüsseler Konservatorium, wo er bis 1868 lehrte.
Lemmens‘ guter Ruf als Orgelvirtuose, Experte und Pädagoge nahm im In- und Ausland beständig zu. Neben Orgelkompositionen gab er eine eigene Orgelschule und Sammlungen deutscher Orgelmusik heraus. Sein Schulwerk, das von mittelalterlichen Kirchenliedern ausging, wurde in mehreren europäischen Ländern verbreitet. Er schrieb auch ein theoretisches Werk, das erst nach seinem Tod veröffentlicht wurde. Im Jahre 1857 heiratete Lemmens die englische Sopranistin Helen Sherrington (1834-1906). Das Ehepaar ließ sich 1869 in London nieder. Sie bauten eine gemeinsame Berufslaufbahn auf, wobei Lemmens oft als Begleiter seiner Frau am Klavier oder Harmonium mitwirkte. In 1878 kehrten sie nach Belgien zurück, wo Lemmens zur Mitarbeit an der Gründung eines Höheren Instituts für Kirchenmusik in Mecheln gebeten wurde, dem heutigen Lemmens-Institut in Löwen. Er starb im dritten Jahr seines Direktorats. Kurz vor seinem Tod hatte er auch den belgischen Gregoriusverein gegründet. Er drückte seinen nachhaltigen Stempel auf die Orgeltradition und die Kirchenmusik in Belgien.
Das Gesamtwerk von Lemmens umfasst außer Kompositionen für Orgel, Klavier und Harmonium auch Lieder, Messen und nicht weniger als etwa siebzig Motetten. Das Klavierwerk Aspiration religieuse (Gläubiges Verlangen), der Baronesse De Man aus Lennik gewidmet, wurde bei Joseph Meynne in Brüssel herausgegeben. Es ist ein kurzes, bi-thematisches Stück in einer meditativen Atmosphäre. Es beginnt mit einer feierlichen Choralmelodie von elf Takten. Das zweite Thema, in der gleichen Stimmung, ist hymnisch und hat erzählenden Charakter. Die Ausarbeitung baut darauf auf, während zugleich die Musik bewegter und dynamischer wird. Die Grundtonart Es-Dur beherrscht die ganze Komposition, außer in der modulierenden Durchführung. In der Reprise erscheint zuerst das zweite Thema, das in das erste Choralthema übergeht (diesmal vierzehn Takte lang). Es endet im Pianissimo, gleichsam ein stilles Gebet.
Liselotte Sels
(Übersetzung Michael Scheck)
Nachdruck einer Kopie aus der Bibliothek des Königlich Flämischen Konservatoriums Antwerpen (KVC 56.682). Diese Partitur wird herausgegeben in Zusammenarbeit mit dem Studienzentrum für flämische Musik (www.svm.be) und Labo XIX&XX, einer Forschungsgruppe der Bibliothek des Königlichen Konservatoriums Antwerpen. Diese Ausgabe ist ein Teil des Forschungsprojekts ‘„Vlaamse vleugels“ – ungehörte Klaviermusik auf zeitgenössischen Instrumenten‘.
---------------- FLEMISH -----------------
Jacques-Nicolas Lemmens - Aspiration religieuse (1856)
(Zoerle-Parwijs, 3 januari 1823 – Zemst, 30 januari 1881)
Jacques-Nicolas Lemmens werd als kind door zijn vader Jean-Baptiste Lemmens in de geheimen van het orgel ingewijd, waarna hij les ging volgen in Diest. Enkele maanden nadat hij op zijn zestiende aan het Brusselse conservatorium piano begon te studeren, nam hij eerst de functie van zijn vader in Zoerle-Parwijs over, en later die van Joannes Franciscus Van Den Broeck in Diest. In 1841 hernam hij zijn conservatoriumstudies, eerst piano bij Jean-Baptiste Michelot en daarna orgel bij Christian Girschner. Hij studeerde tevens contrapunt, fuga en compositie bij François-Joseph Fétis. Hij verbleef enkele maanden met een studiebeurs in Breslau bij de beroemde orgelvirtuoos en Bachkenner Adolf Hesse. In 1849 benoemde Fétis hem tot orgeldocent aan het Brusselse conservatorium, een functie die hij tot 1868 zou uitvoeren.
Lemmens’ nationale en internationale faam als orgelvirtuoos, -expert, en -pedagoog nam steeds toe. Naast zijn eigen orgelwerken, gaf hij een eigen orgelmethode, alsook bundels met Duitse orgelmuziek uit. Zijn methode, die vanuit middeleeuwse kerkgezangen vertrok, werd in verscheidene Europese landen verspreid. Hij schreef ook een theoretisch werk over het Gregoriaans, dat na zijn dood uitgegeven werd. In 1857 trouwde Lemmens met de Engelse sopraan Helen Sherrington (1834-1906). In 1869 vestigde het paar zich in Londen en bouwden ze een gezamenlijke carrière uit, waarbij Lemmens vaak optrad als begeleider van zijn vrouw aan de piano of het harmonium. In 1878 keerden ze terug naar België, waar Lemmens’ medewerking gevraagd werd bij de opstart van een hoger instituut voor kerkmuziek in Mechelen, het latere Lemmensinstituut in Leuven. Hij overleed bij het begin van zijn derde jaar als directeur. Kort voor zijn dood had hij ook de Sint-Gregoriusvereniging opgericht. Hij drukte een belangrijke stempel op de orgeltraditie en de kerkmuziek in België.
Het oeuvre van Lemmens bestaat naast werk voor orgel, piano en harmonium uit liederen, missen, en maar liefst een zeventigtal motetten. Het pianowerk Aspiration religieuse, opgedragen aan barones De Man van Lennik, werd uitgegeven in Brussel bij Joseph Meynne. Het is een kort bithematisch werk van zes bladzijden in een meditatieve sfeer. Het begint met een plechtige koraalmelodie van elf maten. Het tweede thema in hymne-stijl herneemt dezelfde sfeer en heeft een vertellend karakter. In de doorwerking wordt hierop voortgeborduurd en krijgt de muziek wat meer vaart en dynamiek. De hoofdtoonaard van Es wordt doorheen het hele stuk aangehouden, behalve in de modulerende doorwerking. De reprise brengt eerst het tweede thema, overgaand in het eerste koraalthema (deze keer veertien maten lang) dat pianissimo, als in stil gebed, wordt afgesloten.
Liselotte Sels
Herdruk van een kopie uit de bibliotheek van het Koninklijk Vlaams Conservatorium van Antwerpen (KVC 56.682). Deze partituur werd gepubliceerd in samenwerking met het Studiecentrum voor Vlaamse Muziek (www.svm.be) en Labo XIX&XX, een onderzoeksgroep van de bibliotheek van het Koninklijk Conservatorium Antwerpen. Deze uitgave kadert binnen het onderzoeksproject ‘”Vlaamse vleugels”: ongehoorde pianomuziek op eigentijdse instrumenten’.