Roland Coryn
Sonatina for 2 clarinets in B-flat (1977)
(Kortrijk, 1938)
Roland Coryn composed this piece in 1977 at the request of the cellist and music teacher Marcel Lequeux for the final chamber music exam of two excellent clarinettists at the Municipal Music Academy of Harelbeke. Coryn had been a student at the Music Academy himself, and later became a teacher and director there. Both clarinettists were students of the clarinettist Gustave De Brauwer and would later become professional musicians. This allowed Coryn to compose a piece that is particularly ambitious and technically demanding for an exam at a music academy.
In his doctoral thesis Yu-Ju Ti* describes the Sonatina as follows: “Roland Coryn’s composing style is very clear in his Sonatine for 2 Clarinets in B-flat and is described as follows: The rhythm and tempo fluctuations are always constructive and purposeful. It is not so much a question of indicating a simple accelerando and ritenuto in the score, which gives the performer much room for interpretation, but rather of making precise demands, as in, for example, the transition from a binary to a ternary rhythm or from a quintuplet to a sextuplet. This can be combined with changes of meter, changes of note-values (from binary to ternary, while keeping the tempo constant), or changes of tempo.
Melody is not of prime importance in Coryn’s music; lyrical melodies are seldom heard. Phrases are often constructed by means of cell-development. In their development, the interval of the second (as well as the seventh and the ninth) is very important, appearing both horizontally and vertically. The meter in all four movements changes frequently (in the third movement the meter changes every measure). Complex rhythm also often occurs throughout the piece.
The first movement is in sonata form and the second movement is in ternary form. The third movement is also in ternary form and the rhythm creates the feelings of a dance. The last movement, which is a canon, could be viewed as being in ABA form as well: the two outer sections (Allegro molto vivo) have one mirror canon section followed by one strict canon section, and the middle section (Lento) is a strict canon. All sections are in intervals of a minor second. Both clarinet parts equally share the melody in the first, second, and fourth movements, but in the third movement the second clarinet mainly plays accompaniment.”
*Yu-Ju Ti, Duo sonatas and sonatinas for two clarinets, or clarinet and another woodwind instrument: an annotated catalog (The Ohio State University, 2009), pp. 72-73.
Duration: 12’10”
Jan Dewilde
This publication is a revised edition by the composer of the 1978 publication by CeBeDeM and has been published in collaboration with the Centre for the Study of Flemish Music (www.svm.be)
Roland Coryn
Sonatine für zwei Klarinetten in B (1977)
(Kortrijk, 1938)
Roland Coryn komponierte dieses Werk 1977 auf Ersuchen des Cellisten und Musikpädagogen Marcel Lequeux für die Abschlussprüfung von zwei ausgezeichneten Klarinettisten an der städtischen Musikschule von Harelbeke. Coryn ist selbst ehemaliger Schüler dieses Instituts, dessen Direktor er später werden sollte. Die beiden Klarinettisten aus der Klasse von Gustave De Brauwer wurden anschließend Berufsmusiker. Dieser Umstand gestattete es dem Komponisten, für eine Prüfung in der Musikschule ein anspruchsvolles und technisch herausforderndes Werk zu schreiben.
In seiner Doktorarbeit beschreibt Yu-Ju Ti* die Sonatine folgendermaßen: „In dieser Sonatine ist Coryns Schreibweise sehr klar. Die Abwechslung der Rhythmen und Tempi ist stets zielbewusst und strukturell begründet. Es geht ihm nicht darum, in der Partitur einfach accelerando oder ritenuto vorzuschreiben, um dadurch den Ausführenden eine große Freiheit der Interpretation zuzugestehen, sondern er gibt vielmehr deutliche Anweisungen, wie etwa beim Übergang von einem zweiteiligen zu einem dreiteiligen Rhythmus oder von einer Quintole zu einer Sextole. Dies kann zusammen gehen mit Taktwechseln, Wechseln der Tondauer (von zweiteilig nach dreiteilig bei unverändertem Tempo) oder aber Tempowechseln.
Die Melodie ist für Coryn nicht die Hauptsache; lyrische Melodien kommen selten vor. Seine Phrasen entstehen oft aus der Entwicklung von Zellen. Dabei ist das Intervall der Sekunde (wie auch der Septime und None) sehr wichtig. Sie alle erscheinen sowohl horizontal als auch vertikal. In jedem der vier Sätze wechselt das Metrum häufig (im dritten Satz sogar Takt für Takt). Das ganze Werk hindurch finden sich komplexe Rhythmen.
Der erste Satz steht in Sonatenform, der zweite ist dreiteilig. Der dritte Satz ist ebenfalls dreiteilig, und der Rhythmus ist tänzerisch. Auch der letzte Satz, ein Kanon, kann als ABA-Form empfunden werden: die zwei Eckteile (Allegro molto vivo) enthalten einen Spiegelkanon, gefolgt von einem strengen Kanon, und der Mittelteil (Lento) ist allein ein strenger Kanon. Alle Teile bestehen aus Halbton-Intervallen. Im ersten, zweiten und vierten Satz ist die Melodie gleichwertig über die beiden Klarinetten verteilt, aber im dritten Satz hat die zweite Klarinette hauptsächlich eine begleitende Funktion.“
*Yu-Ju Ti, Duo sonatas and sonatinas for two clarinets, or clarinet and another woodwind instrument: an annotated catalog (The Ohio State University, 2009), p. 72-73.
Spieldauer 12’10”.
Jan Dewilde
(Übersetzung Michael Scheck)
Die vorliegende Edition ist eine vom Komponisten bearbeitete Ausgabe bei CeBeDeM (1978). Diese Partitur wurde herausgegeben in Zusammenarbeit mit dem Studienzentrum für Flämische Musik (www.svm.be).
-------------------FLEMISH-------------------
Roland Coryn
Sonatine voor 2 klarinetten in Bes (1977)
(Kortrijk, 1938)
Roland Coryn componeerde dit werk in 1977 op vraag van cellist en muziekleraar Marcel Lequeux voor het eindexamen kamermuziek van twee uitstekende klarinettisten aan de Stedelijke Muziekacademie van Harelbeke. Coryn was zelf een leerling van die Muziekacademie, waar hij later leraar en directeur zou worden. Beide klarinettisten waren leerling van klarinettist Gustave De Brauwer en zouden later professioneel musicus worden. Dat liet Coryn toe om een voor een muziekschoolexamen ambitieus en technisch veeleisend werk te schrijven.
In zijn doctorale scriptie beschrijft M.M. Yu-Ju Ti* de Sonatine als volgt: ‘In deze sonatine is Coryns componeerstijl zeer helder; de fluctuaties qua ritme en tempo zijn altijd doelgericht en hebben een structurerende functie. De componist beperkt zich niet alleen tot eenvoudige aanduidingen als ‘accelerando’ of ‘ritenuto’, wat de uitvoerder veel interpretatievrijheid geeft, maar hij stelt precieze eisen, zoals in de overgang van een binair naar ternair ritme of van een kwintool naar een sixtool. Dit combineert hij met een veranderend metrum, wijzigende notenwaarden (van binair naar ternair, terwijl het tempo constant blijft), of een veranderend tempo. Voor Coryn is melodie niet het belangrijkste; lyrische passages zijn zeldzaam. Frases groeien vaak uit de ontwikkeling van een cel en daarin is de secunde (maar ook de septiem en de none) zeer belangrijk, zowel horizontaal als verticaal. In de vier bewegingen verandert het metrum vaak, in het derde deel zelfs elke maat. Heel het stuk door duiken complexe ritmes op.
Het eerste deel is een sonatevorm, terwijl het tweede deel een ternaire structuur kent, evenals het derde deel dat een dansant karakter heeft. Ook het slotdeel, een canon, heeft een ABA-structuur: de twee hoekdelen (Allegro molto vivo) bevatten een spiegelcanon, gevolgd door een strikte canon; ook het middendeel bestaat uit een strikte canon. De kleine secunde domineert het slotdeel.
In het eerste, tweede en vierde deel zijn de twee partijen gelijkwaardig, maar in het derde deel speelt de tweede partij de begeleiding.’
*Yu-Ju Ti, Duo sonatas and sonatinas for two clarinets, or clarinet and another woodwind instrument: an annotated catalog (The Ohio State University, 2009), p. 72-73.
Duurtijd : 12’10”
Jan Dewilde
Deze uitgave is een door de componist herwerkte editie van de uitgave door CeBeDeM in 1978 en werd uitgegeven in samenwerking met het Studiecentrum voor Vlaamse Muziek (www.svm.be).