Daniel Steibelt
(Berlin, 22 October 1765 – St Petersburg, 20 September (o.s. 2 October) 1823)
Ouverture de La Vestale
(arrangée pour le piano forte avec accompagnement de violon ad libitum)
Daniel Steibelt, a French who was German-born, is mostly known because of the infamous improvisation duel he took on with Ludwig van Beethoven, in Vienna in 1800 – a duel which he lost disgracefully. These sorts of improvisation contests were highly popular among Vienna’s aristocracy. The musical showdown between Steibelt and Beethoven was described by Ferdinand Ries in his Biographische Notizen über L. v. Beethoven (Koblenz, 1838). However, it is a dishonour to Steibelt to reduce him to this anecdote. As a renowned piano virtuoso, he performed all over Europe, while creating a large and interesting oeuvre of hundreds of published piano pieces, including eight remarkable piano concertos. On top of that, he also composed chamber music, lieder, operas and ballets.
In accordance with the tastes of that era, Steibelt also arranged various popular opera fragments, like this ouverture of La Vestale (1807) by Gaspare Spontini (1774-1851). It is unclear when exactly Steibelt wrote this arrangement, but he must have been in Paris when La Vestale was performed there on 15 December 1807. Just like Spontini, he was courting Napoleon Bonaparte and his wife Joséphine at the time. He is said to have performed for Napoleon already in 1797, and to commemorate his victory in the battle of Austerlitz (1805), he composed the ballet Le triomphe de Mars. It was for that same occasion that Spontini would write L’eccelsa gara, of which the score was retrieved in 2015, in the Castle d’Ursel in Hingene. Both Steibelt and Spontini also dedicated compositions to Joséphine Bonaparte: the former a Grande sonate, the latter his opera Milton (1804). More than likely, however, Steibelt wrote this arrangement during one of his stays in Brussels, given that the piece is published by Louis-Joseph Terry (1760-1834), the publisher who settled in Brussels around 1780 and started publishing scores in 1820. The arrangement remains loyal to the original, except some measures. The violin section, which wasn’t published separately and which follows the melody of the piano section, was ad libitum, as was the norm in those days.
Jan Dewilde
(translation: Jasmien Dewilde)
Facsimile of a score belonging to the library of the Royal Conservatoire of Antwerp (KVC 18775). This score was published in collaboration with the non-profit Study Centre for Flemish Music (www.svm.be) and the Province of Antwerp, and is part of a larger project concerning four original manuscripts by Gaspare Spontini that were discovered in the Castle d’Ursel in Hingene.
Daniel Steibelt
(Berlin, 22. Oktober 1765 – St. Petersburg, 20. September (2. Oktober) 1823)
Ouverture de La Vestale
(arrangée pour le piano forte avec accompagnement de violon ad libitum)
Daniel Steibelt, ein französischer Komponist deutscher Abstammung, ist uns vor allem durch sein Improvisationsduell, das er sich im Jahr 1800 mit Ludwig van Beethoven lieferte und das er jämmerlich verlor, im Gedächtnis geblieben. Diese Art von Improvisationsduellen waren bei der Wiener Aristokratie sehr beliebt. Das musikalische Kräftemessen zwischen Steibelt und Beethoven wird von Ferdinand Ries in seinen Biographischen Notizen über Ludwig van Beethoven (Koblenz, 1838) beschrieben. Man täte Steibelt aber Unrecht, ihn auf diese Anekdote zu reduzieren. Als gefeierter Klaviervirtuose konzertierte er in nahezu ganz Europa und hinterließ ein umfangreiches und interessantes Oeuvre mit Hunderten publizierter Klavierwerke, unter denen sich acht bemerkenswerte Klavierkonzerte befinden. Darüber hinaus komponierte er auch Kammermusik, Lieder, Opern und Ballette.
Entsprechend dem Geschmack seiner Zeit arrangierte Steibelt auch verschiedene populäre Opernfragmente, wie diese Ouvertüre zu La Vestale (1807) von Gaspare Spontini (1774-1851). Es ist nicht ganz klar, wann Steibelt dieses Arrangement schrieb, aber er muss in Paris gewesen sein, als La Vestale am 15. Dezember dort uraufgeführt wurde. Wie auch Spontini warb er damals um die Gunst von Napoleon Bonaparte und dessen Gattin Joséphine. Bereits 1797 soll er für Napoleon gespielt haben, und zum Gedenken an dessen Sieg in der Schlacht bei Austerlitz (1805) komponierte er das Ballett Le triomphe de Mars. Zu ebendiesem Anlass sollte auch Spontini seine Kantate L’eccelsa gara schreiben, deren Partitur Ende 2015 im Schloss d‘Ursel in Hingene wiederaufgefunden wurde. Sowohl Steibelt als auch Spontini widmeten ebenfalls Joséphine Bonaparte ihre Werke: der erste eine Grand Sonate, der zweite Milton (1804). Aller Wahrscheinlichkeit nach aber schrieb Steibelt dieses Arrangement während eines seiner Aufenthalte in Brüssel, in Anbetracht der Tatsache, dass das Werk von Louis Joseph Terry (1760-1834) veröffentlicht wurde, dem Verleger, der sich um 1780 in Brüssel niedergelassen hatte und ab 1820 auch Partituren herausgab. Das Arrangement folgt treu dem Original, mit Ausnahme einiger Takte. Der nicht einzeln herausgegebene Geigenpart, der der Melodielinie des Klavierparts folgt, war, wie zu jener Zeit üblich, ad libitum.
Jan Dewilde
(Übertragung: Eva-Maria Kintzel)
Faksimile der Partitur aus der Bibliothek des Königlichen Konservatoriums Antwerpen (KVC 18775). Diese Partitur wurde in Zusammenarbeit mit dem Studienzentrum für flämische Musik (www.svm.be) und der Provinz Antwerpen herausgegeben und ist Teil eines Projekts, das sich mit vier Autografen Gaspare Spontinis befasst, die im Schloss d’Ursel in Hingene aufgefunden wurden.
Daniel Steibelt
(Berlijn, 22 oktober 1765 – Sint-Petersburg, 20 september (o.s. 2 oktober) 1823)
Ouverture de La Vestale
(arrangée pour le piano forte avec accompagnement de violon ad libitum)
Daniel Steibelt, een Franse componist van Duitse afkomst, is vooral bekend gebleven omwille van het improvisatieduel dat hij in 1800 in Wenen met Ludwig van Beethoven aanging, en smadelijk verloor. Dergelijke improvisatieduels waren zeer populair bij de Weense aristocratie. Deze muzikale krachtmeting tussen Steibelt en Beethoven werd beschreven door Ferdinand Ries in zijn Biographische Notizen über L. v. Beethoven (Koblenz, 1838). Maar men doet Steibelt oneer aan door hem tot deze anekdote te reduceren. Als gevierd pianovirtuoos concerteerde hij over zowat heel Europa en hij liet ook een uitgebreid en interessant oeuvre na met honderden gepubliceerde pianowerken, waaronder acht merkwaardige pianoconcerto’s. Daarnaast componeerde hij ook kamermuziek, liederen, opera’s en balletten.
Naar de smaak van die tijd arrangeerde Steibelt ook verschillende populaire operafragmenten, zoals deze ouverture tot La Vestale (1807) van Gaspare Spontini (1774-1851). Het is niet duidelijk wanneer Steibelt dit arrangement schreef, maar hij moet in Parijs zijn geweest toen La Vestale op 15 december 1807 in Parijs werd gecreëerd. Net zoals Spontini dong hij toen naar de gunst van Napoleon Bonaparte en diens vrouw Joséphine. Al in 1797 zou hij voor Napoleon hebben gespeeld en om diens overwinning bij de slag van Austerlitz (1805) te memoreren, componeerde hij het ballet Le triomphe de Mars. Voor diezelfde gelegenheid zou Spontini de cantate L’eccelsa gara schrijven, waarvan de partituur eind 2015 in het Kasteel d’Ursel in Hingene werd teruggevonden. Zowel Steibelt als Spontini droegen ook werk op aan Joséphine Bonaparte: de eerste een Grande sonate, de tweede zijn eenakter Milton (1804). Maar meer dan waarschijnlijk schreef Steibelt dit arrangement tijdens een van zijn passages in Brussel, aangezien het werk is gepubliceerd door Louis-Joseph Terry (1760-1834), de uitgever die zich rond 1780 in Brussel vestigde en vanaf 1820 ook partituren publiceerde. Het arrangement volgt, op enkele maten na, getrouw het origineel. De niet apart uitgegeven vioolpartij, die de melodielijn van de pianopartij volgt, was naar de gewoonte van die tijd ad libitum.
Jan Dewilde
Facsimile van een partituur uit de bibliotheek van het Koninklijk Conservatorium Antwerpen (KVC 18775). Deze partituur werd uitgegeven in samenwerking met het Studiecentrum voor Vlaamse Muziek vzw (www.svm.be) en de Provincie Antwerpen en kadert in een project rond vier autografen van Gaspare Spontini die werden teruggevonden in het Kasteel d’Ursel in Hingene.