Jef Van Hoof
(Antwerpen, 8 mei 1886 – Antwerpen, 24 april 1959)
Symfonie nr. 2 in As
(1941)
De zes symfonieën van Jef Van Hoof ontstonden allemaal tijdens de laatste eenentwintig jaren van zijn leven. Hij was toen de vijftig voorbij en zijn laatromantische stijl en idioom waren sedert lang gevormd. Hij had zijn populariteit in de eerste plaats te danken gehad aan liederen, voornamelijk zogeheten strijdliederen. En al was zijn oeuvre veelzijdiger dan dat, toch geraakte hij moeilijk van die eenzijdige faam verlost.
Zijn vroege symfonische werken (symfonische gedichten, ouvertures en suites), waarin hij zich als leerling van Paul Gilson reeds een gedegen orkestrator toonde, droegen ook alle een bepaalde illustratieve of descriptieve inhoud. Daarom was het voor velen een verrassing toen hij zich ging toeleggen op een genre dat in principe abstract is en dat bovendien door de meeste Vlaamse componisten van de romantiek verwaarloosd werd. Van bij de Symfonie nr. 1 in A (1938), die dadelijk een grote bijval kende, bleek overduidelijk dat Van Hoof de symfonische vorm grondig beheerste.
De Symfonie nr. 2 in As dagtekent uit 1941, en al is zij volkomen abstract, toch kan zij gerust als een ‘oorlogssymfonie’ geïnterpreteerd worden. In de marge van de eerste bladzijde van het manuscript schreef de componist de woorden neer: ‘de gantsche weirelt is weg - effacé de ce monde’.
Het bithematisch openingsdeel laat in het algemeen de indruk van een elegische mijmering die slechts zelden even forsere accenten laat horen. Dit teruggetrokken karakter verklaart waarom het Scherzo hier op de tweede plaats komt (de enige keer in zijn zes symfonieën); het klinkt eerder verbeten en opstandig dan uitbundig. Het langzame deel, in de maat van 5/4, draagt het opschrift ‘met bitterheid’. Het eerste thema lijkt wel een hartenkreet en staat in schril contrast met een haast spookachtig-chromatische passage in het verdere verloop. Slechts bij de Finale, die het midden houdt tussen sonate- en rondovorm, lossen de nevels zich als het ware in een soort van gezapige processiemars op.
Van Hoof droeg zijn tweede symfonie op aan het toenmalige Philharmonisch Orkest van Antwerpen en zijn dirigent Hendrik Diels, die er op 30 juli 1941 de eerste uitvoering van verzorgden in de Koninklijke Vlaamse Opera te Antwerpen.
De symfonie werd opgenomen door het Ostrava Janáček Filharmonisch Orkest, gedirigeerd door Ivo Venkov (Phaedra 92067, In Flanders’ Fields vol. 67, 2011). Duurtijd: 28’50”.
Luc Leytens
Voor het orkestmateriaal, gelieve u te wenden tot de bibliotheek van het Koninklijk Conservatorium in Antwerpen. Deze partituur werd gepubliceerd in samenwerking met het Studiecentrum voor Vlaamse Muziek (www.svm.be).
Jef Van Hoof
(Antwerpen, 8. Mai 1886 – Antwerpen, 24. April 1959)
2. Sinfonie in As
(1941)
Alle sechs Sinfonien von Jef Van Hoof entstanden in seinen einundzwanzig letzten Lebensjahren. Er war bereits über fünfzig und hatte seinen spätromantischen Stil und seine persönliche musikalische Sprache längst gefunden. Seine Popularität verdankte er in erster Linie seinen Liedern, vor allem den sogenannten Streitliedern, und obwohl sein Schaffen schon immer viel differenzierter gewesen war, gelang es ihm nur mit Mühe, diese einseitige Bewertung zurechtzurücken.
Seine frühen sinfonischen Werke (Sinfonische Dichtungen, Ouvertüren und Suiten), in denen er sich als Schüler von Paul Gilson bereits als ein gediegener Kenner der Orchestrierung erwiesen hatte, hatten alle einen spezifisch bildhaften oder beschreibenden Charakter. Deshalb fanden es viele überraschend, dass er sich mit einer dem Wesen nach abstrakten Gattung zu beschäftigen begann, die überdies noch von den meisten flämischen Komponisten der Romantik vernachlässigt worden war. Schon die Erste Sinfonie in A-Dur (1938), die unmittelbar ein großer Erfolg wurde, bewies dass Van Hoof die Form der Sinfonie gründlich beherrschte.
Obwohl sie echte absolute Musik ist, kann die Zweite Sinfonie in As aus dem Jahre 1941 getrost als eine Kriegssinfonie bezeichnet werden. In den Rand der ersten Seite des Manuskripts schrieb der Komponist folgende Worte: „De gantsche weirelt is weg - effacé de ce monde’“(Die ganze Welt ist ausgelöscht). Der bithematische Anfangssatz hinterlässt den allgemeinen Eindruck einer elegischen Träumerei, in der nur selten kräftigere Akzente gesetzt werden. Dieser nach innen gekehrte Charakter macht begreiflich, warum das Scherzo (einmalig in seinen sechs Sinfonien) hier an zweiter Stelle kommt. Es klingt eher verbissen und rebellisch als ausgelassen. Über dem langsamen Satz im 5/4-Takt steht „Mit Bitterkeit“. Das erste Thema gleicht einem Hilferuf und steht in schrillem Gegensatz zu einer geradezu spukhaften chromatischen Passage im weiteren Verlauf. Erst im Finale, das eine Mischung aus Sonaten- und Rondoform ist, lösen sich die Nebel unter den Klängen eines behäbigen Prozessionsmarsches auf.
Diese Zweite Sinfonie von Jef Van Hoof wurde dem damaligen Philharmonischen Orchester von Antwerpen und seinem Dirigenten Hendrik Diels gewidmet, der am 30. Juli 1941 die Uraufführung in der Antwerpener Königlich Flämischen Oper leitete.
Die Sinfonie wurde von Ostrava Janáček Philharmonischen Orchester (Dirigent: Ivo Venkov) auf CD aufgenommen. (Phaedra 92067, In Flanders’ Fields vol. 67, 2011). Die Aufführungsdauer beträgt ca. 28’50”.
Luc Leytens
(Übersetzung: Michael Scheck)
Wegen Aufführungsmaterial wenden Sie sich bitte an die Bibliothek des ‚Koninklijk Conservatorium’ in Antwerpen. Die Partitur wurde herausgegeben in Zusammenarbeit mit dem Studienzentrum für Flämische Musik (Studiecentrum voor Vlaamse Muziek - www.svm.be).
Jef Van Hoof
(Antwerp, 8 May 1886 – Antwerp, 24 April 1959)
Symphony no. 2 in A flat major
(1941)
Jef Van Hoof’s six symphonies were all created in the last twenty-one years of his life. He was already in his fifties and by that time his late Romantic style and idiom had been fully developed. His popularity was mainly due to the songs he wrote, mostly politically inspired songs. And even though his oeuvre had always been very diverse, it was still difficult to lose this one-sided fame.
His early symphonic works (symphonic poems, overtures and suites), in which he already proved himself a skilled orchestrator as a student of Paul Gilson, also contained a certain illustrative or descriptive content. Therefore, it came as a surprise to many when he went on to dedicate himself to a genre that is essentially rather abstract, and which on top of that was neglected by most Flemish composers of the Romantic movement. The First Symphony in A sharp (1938), which immediately received a lot of praise, shows clearly that Van Hoof had mastered the symphonic form.
The Symphony no. 2 in A flat major dates from 1941, and even though it is completely abstract, it can still be interpreted as a ‘war symphony’. In the margin of the first page of the manuscript, the composer wrote the following: ‘de gantsche weirelt is weg - effacé de ce monde’ (‘the whole world is gone’). The bithematic opening creates a general impression of elegiac musings with only rare moments of stronger accents. This withdrawn character explains why the Scherzo comes second here (this happens only once in his six symphonies). It sounds rather grim and defiant instead of exuberant. The slow movement in 5/4 carries the inscription ‘With bitterness’. The first theme sounds almost like a cry from the heart and contrasts sharply with the almost ghostly-chromatic part in the rest of the passage. Only in the Finale, which balances between sonata and rondo, the mist dissolves, as if into some slow processional march.
Van Hoof dedicated his second symphony to the Philharmonic Orchestra of Antwerp and its conductor Hendrik Diels, who conducted the first performance of the symphony on 30 July 1941 in the Royal Flemish Opera in Antwerp.
The symphony was recorded by the Ostrava Janáček Philharmonic Orchestra, directed by Ivo Venkov (Phaedra 92067, In Flanders’ Fields vol. 67, 2011). Duration: 28’50”.
Luc Leytens
(translation: Jasmien Dewilde)
For orchestral material, please go to the library of the Royal Conservatoire Antwerp. This score was published in cooperation with the Centre for the Study of Flemish Music (Studiecentrum voor Vlaamse Muziek - www.svm.be).