< back to overview Repertoire & Opera Explorer
Lodewijk De Vocht - Woudgetover (Forest enchantment)
(Antwerp, 21 September 1887 - ‘s Gravenwezel, 27 March 1977)
(1924)
Lodewijk De Vocht is best known as a choral composer, but that does not do justice to the orchestral works that are also part of his oeuvre. At the beginning of his career, he composed some fresh symphonic poems, such as Morgenstemming (Morning mood) (1906), Ontwaking (Awakening) (1908), In Ballingschap (In Exile) (1914), Woudgetover (Forest enchantment) (1924) and Naar hoger licht (To higher light); this was followed by concertante works for cello, violin and recorder, as well as some chamber music and instrumental solo works.
After Morgenstemming and Ontwaking, Woudgetover is the third orchestral work in which De Vocht aims to express his being enchanted by nature and its sounds. What is striking in this impressionistic work is the density of sound: truly all orchestral instruments, two harps and a celesta included, are engaged from beginning to end, albeit in nuances between pianissimo and mezzo-forte. At times, the volume gradually swells, only to fade back into soft, nuanced tones. While in the orchestra ‘everything that has life moves’, the sounding result is curiously a sense of motionlessness. Consequently, there is no modulation in Woudgetover: E as tonic and B as dominant are throughout the piece the foundations on which everything is based.
De Vocht created the work on March 17, 1924, in Antwerp with the Orchestra of the Society of New Concerts, which he conducted from 1921 to 1933. Apparently he was not satisfied with this introverted work for his standards; he would never perform the work (or have it performed) again. In 1986, Hans Swinnen revised and edited the work based on the autograph manuscript, and the following year the work was recorded by the BRT Philharmonic Orchestra conducted by Fernand Terby on the occasion of the composer’s centenary.
Jan Dewilde
Facsimile of a copy of the library of the Royal Conservatoire of Antwerp (KVC 135913), published in collaboration with the Centre for the Study of Flemish Music (www.svm.be).
Lodewijk De Vocht - Woudgetover [Waldeszauber]
(* 21. September 1887 in Antwerpen - † 27. März 1977 in ’s Gravenwezel)
(1924)
Lodewijk De Vocht ist vor allem als Chorkomponist bekannt, aber diese Tatsache wird den Orchesterwerken, die er hinterlassen hat, sicher nicht gerecht. Zu Beginn seiner Karriere schuf er einige erfrischende symphonische Dichtungen wie Morgenstemming (Morgenstimmung, 1906), Ontwaking (Erwachen, 1908), In Ballingschap (Im Exil, 1914), Woudgetover (Waldeszauber, 1924) und Naar hoger licht (Zu höherem Licht). Es folgten konzertante Werke für Cello, Violine und Blockflöte sowie einige Kammermusik- und instrumentale Solowerke.
Nach Morgenstemming und Ontwaking ist Woudgetover das dritte Orchesterwerk, in dem De Vocht seine Verzauberung durch die Natur und ihre Klänge zum Ausdruck bringen will. Auffallend an diesem impressionistischen Werk ist seine klangliche Dichte: Buchstäblich alle Orchesterinstrumente, einschließlich zweier Harfen und einer Celesta, sind von Anfang bis Ende im Einsatz, wenn auch in Nuancen zwischen pianissimo und mezzoforte. Nur stellenweise nimmt die Lautstärke langsam zu, um dann wieder abzunehmen und zu den weichen, nuancierten Klängen zurückzukehren. Während sich im Orchester „alles regt, was lebt“, ist das klangliche Ergebnis seltsamerweise ein Gefühl der Regungslosigkeit. Dementsprechend gibt es in Woudgetover auch keine Modulationen: E als Tonika und H als Dominante sind das ganze Stück hindurch das Fundament, auf dem alles aufbaut.
De Vocht führte das Werk am 17. März 1924 in Antwerpen mit dem Orchester der Königlichen Gesellschaft für neue Konzerte auf, das er von 1921 bis 1933 leitete. Offensichtlich war er mit diesem für seine Verhältnisse introvertierten Werk nicht zufrieden, denn er hat das Werk danach nie wieder gespielt oder aufführen lassen. Im Jahr 1986 wurde es von Hans Swinnen auf der Grundlage des Autographen überarbeitet und herausgegeben. Im folgenden Jahr wurde das Werk vom Flämisches Rundfunkorchester unter der Leitung von Fernand Terby anlässlich des hundertsten Geburtstages des Komponisten aufgenommen.
Jan Dewilde
(Übersetzung: Eva-Maria Kintzel)
Nachdruck einer Partitur aus der Bibliothek des Königlichen Konservatoriums von Antwerpen (KCA 135913), herausgegeben in Zusammenarbeit mit dem Studiecentrum voor Vlaamse Muziek (www.svm.be).
--------------------- FLEMISH ---------------------
Lodewijk De Vocht - Woudgetover
(Antwerpen, 21 september 1887 - ’s Gravenwezel, 27 maart 1977)
(1924)
Lodewijk De Vocht is vooral als koorcomponist bekend, maar dat doet onrecht aan de orkestwerken die hij heeft nagelaten. Aan het begin van zijn carrière componeerde hij enkele frisse symfonische gedichten, zoals Morgenstemming (1906), Ontwaking (1908), In Ballingschap (1914), Woudgetover (1924) en Naar hoger licht (?). Nadien volgden concertante werken voor cello, viool en blokfluit en ook enkele kamermuziekwerken en instrumentale solowerken.
Na Morgenstemming en Ontwaking is Woudgetover het derde orkestwerk waarin De Vocht zijn betovering door de natuur en haar geluiden wil verklanken. Opvallend in dit impressionistische werk is de densiteit van de klank: werkelijk alle orkestinstrumenten, twee harpen en een celesta incluis, zijn van begin tot eind in de weer, weliswaar in nuances tussen pianissimo en mezzoforte. Slechts bij momenten neemt het volume geleidelijk aan toe, om dan opnieuw af te zwakken tot zachte genuanceerde tinten. Terwijl in het orkest ‘alles beweegt wat leven heeft’ is het klinkende resultaat merkwaardig genoeg een gevoel van roerloosheid. Er wordt dan ook niet gemoduleerd in Woudgetover: E als tonica en B als dominant zijn het hele stuk door de fundamenten waarop alles is gebaseerd.
De Vocht creëerde het werk op 17 maart 1924 in Antwerpen met het Orkest van de Maatschappij der Nieuwe Concerten dat hij van 1921 tot 1933 leidde. Blijkbaar was hij niet tevreden over dit, voor zijn doen, introverte werk; hij zou het werk nooit meer (laten) uitvoeren. In 1986 reviseerde en editeerde Hans Swinnen het werk op basis van het autografisch manuscript en het jaar nadien werd het werk opgenomen door het BRT-Filharmonisch Orkest onder de leiding van Fernand Terby, naar aanleiding van het eeuwfeest van de componist.
Jan Dewilde
Deze uitgave is een facsimile van een handschrift uit de bibliotheek van het Koninklijk Conservatorium van Antwerpen (KCA 135913) en werd gepubliceerd in samenwerking met het Studiecentrum voor Vlaamse Muziek (www.svm.be).
< back to overview Repertoire & Opera Explorer