< back to overview Repertoire & Opera Explorer
Jozef Cuypers - Rapsoid,
Irish rhapsody for pianoforte
(Aarschot, 14 December 1899 – Newbridge, 30 January 1978)
(ca. 1937)
After receiving his first music lessons from composer and organist Herman Meulemans, Jozef Cuypers studied organ and composition at the Higher Institute for Church Music (the Lemmens Institute) in Mechelen with composers Oscar Depuydt, also an excellent organist, Lodewijk Mortelmans and Jules Van Nuffel. After obtaining his final degree in 1922, like many Flemish organists he left for Ireland in 1923, which at the time had a shortage of church organists and music teachers. Ireland was struggling to recover from the ‘Cogadh Cathartha na hÉireann’, the civil war that tore the country apart and that lasted from 28 June 1922 until 24 May 1923.
Cuypers became master of the choristers and organist of the Dominican convent in Newbridge and also a music teacher at the monastery’s college. As chapel master he wrote liturgical music, such as motets and the often performed Mass in D for four-voice choir and organ, which he dedicated to Jules Van Nuffel in 1949. With songs to texts by Guido Gezelle and Alice Nahon, among others, he also maintained ties with Flanders. However, he also became fascinated by Irish folk music. He composed successful piano arrangements of Irish songs that the government published in three volumes in the years 1937-1939.
In other compositions he incorporated Irish folk music as well, or was inspired by Irish themes, such as the piano piece Dublin-Bay in summerlight, published in 1934 by Éditions Modernes (Maison Georges Vriamont) in Brussels, with a cover illustration by René Magritte.
In his three-part Rapsoid, published by Éditions Modernes in 1937, he also incorporated folk songs, such as the popular The sailor’s hornpipe (also known as The college hornpipe and Jack’s the lad). This traditional melody also appears in Henry Wood’s Fantasia on British folk songs (1905).
Rapsoid became one of Cuypers’ most popular works and was recorded by Renata Cosse for the NIR on 16 September 1952.
Duration: ca. 12’40”
Jan Dewilde
(translation: Jasmien Dewilde)
This edition is a facsimile of a score from the library of the Antwerp Royal Conservatoire (KVC 232.603) and was published in collaboration with the Study Centre for Flemish Music (www.svm.be).
Jozef Cuypers - Rapsoid,
Irish rhapsody for pianoforte
(14. Dezember 1899 in Aarschot, Belgien – 30. Januar 1978 in Newbridge, Irland)
(ca. 1937)
Nachdem er seinen ersten Musikunterricht bei dem Komponisten und Organisten Herman Meulemans erhalten hatte, studierte Jozef Cuypers Orgel und Komposition an der Hochschule für Kirchenmusik (Lemmens-Institut) in Mechelen bei den Komponisten Oscar Depuydt, der ebenfalls ein hervorragender Organist war, sowie bei Lodewijk Mortelmans und Jules Van Nuffel. Nach seinem Examen im Jahr 1922 ging er, wie viele andere flämische Organisten, 1923 nach Irland, wo damals ein Mangel an Kirchenorganisten und Musiklehrern herrschte. Irland erholte sich nur schwer vom ‚Cogadh Cathartha na hÉireann‘, dem zermürbenden Irischen Bürgerkrieg, der vom 28. Juni 1922 bis zum 24. Mai 1923 andauerte.
Cuypers wurde Kapellmeister des Dominikanerklosters in Newbridge und zugleich Musiklehrer am College des Klosters. Als Kapellmeister schrieb er liturgische Musik, wie Motetten und die häufig aufgeführte Mis in d für vierstimmigen Chor und Orgel, die er 1949 Jules Van Nuffel widmete. Mit Liedern auf Texte von u.a. Guido Gezelle und Alice Nahon pflegte er auch seine Verbindungen zu Flandern. Daneben faszinierte ihn aber auch die irische Volksmusik. So schuf er erfolgreiche Klavierbearbeitungen irischer Lieder, die der Staat in den Jahren 1937 bis 1939 in drei Bänden veröffentlichte.
Auch in anderen Kompositionen verarbeitete er irische Volksmusik oder ließ sich von irischen Themen inspirieren, wie etwa in dem Klavierstück Dublin-Bay in summerlight, das 1934 mit einer Umschlagillustration von René Magritte bei Éditions Modernes (Maison Georges Vriamont) in Brüssel erschien.
Auch in sein dreibändiges Rapsoid, das 1937 bei Éditions Modernes erschien, nahm er Volkslieder, wie das beliebte The sailor‘s hornpipe (auch bekannt als The college hornpipe und Jack‘s the lad), auf. Diese traditionelle Melodie erscheint u.a. auch in Henry Woods Fantasia on British folk songs (1905).
Rapsoid entwickelte sich zu einem der populärsten Werke Cuypers‘ und wurde am 16. September 1952 von Renata Cosse für das NIR aufgenommen.
Spieldauer: ca. 12‘40“
Jan Dewilde
(Übersetzung: Eva-Maria Kintzel)
Diese Ausgabe ist ein Faksimile einer Partitur aus der Bibliothek des Königlichen Konservatoriums Antwerpen (KVC 232.603) und wurde in Zusammenarbeit mit dem Studiecentrum voor Vlaamse Muziek (www.svm.be) veröffentlicht.
---------------- FLEMISH ----------------
Jozef Cuypers - Rapsoid,
Irish rhapsody for pianoforte
(Aarschot, 14 december 1899 – Newbridge, 30 januari 1978)
(ca. 1937)
Nadat hij zijn eerste muzieklessen van componist-organist Herman Meulemans had gekregen, studeerde Jozef Cuypers orgel en compositie aan het Hoger Instituut voor Kerkmuziek (het Lemmensinstituut) in Mechelen bij de componisten Oscar Depuydt, tevens een excellent organist, Lodewijk Mortelmans en Jules Van Nuffel. Na het behalen van zijn einddiploma in 1922 vertrok hij, zoals wel meer Vlaamse organisten, in 1923 naar Ierland, dat toen een tekort aan kerkorganisten en muziekleraren had. Ierland herstelde toen moeizaam van de ‘Cogadh Cathartha na hÉireann’, de verscheurende burgeroorlog die van 28 juni 1922 tot 24 mei 1923 duurde.
Cuypers werd kapelmeester van het Dominicanenklooster van Newbridge en daarnaast ook muziekleraar aan het kloostercollege. Als kapelmeester schreef hij liturgische muziek, zoals motetten en de vaak uitgevoerde Mis in d voor vierstemmig koor en orgel die hij in 1949 aan Jules Van Nuffel opdroeg. Met liederen op teksten van onder anderen Guido Gezelle en Alice Nahon onderhield hij ook de band met Vlaanderen. Maar daarnaast raakte hij geboeid door Ierse volksmuziek. Zo maakte hij geslaagde pianobewerkingen van Ierse liederen die de overheid in de jaren 1937-1939 in drie bundels publiceerde.
Ook in andere composities verwerkte hij Ierse volksmuziek of liet hij zich door Ierse thema’s inspireren, zoals het pianowerk Dublin-Bay in summerlight, dat in 1934 door Éditions Modernes (Maison Georges Vriamont) in Brussel werd gepubliceerd, met een omslagillustratie van René Magritte.
Ook in zijn driedelige Rapsoid, in 1937 gepubliceerd door Éditions Modernes, verwerkt hij volksliederen, zoals het populaire The sailor’s hornpipe (ook bekend als The college hornpipe en Jack’s the lad). Deze traditionele melodie komt onder meer ook voor in Henry Woods Fantasia on British folk songs (1905).
Rapsoid werd een van Cuypers’ populairste werken en werd door Renata Cosse op 16 september 1952 voor het NIR opgenomen.
Duurtijd: ca. 12’40”
Jan Dewilde
Deze uitgave is een facsimile van een partituur uit de bibliotheek van het Koninklijk Conservatorium Antwerpen (KVC 232.603) en werd uitgegeven in samenwerking met het Studiecentrum voor Vlaamse Muziek (www.svm.be).
< back to overview Repertoire & Opera Explorer